Causaliteitsafweging en billijkheidscorrectie – Schuldverdeling en eigen schuld op grond van artikel 6:101 lid 1 BW. Deze maatstaf speelde de hoofdrol in een rechtszaak waarin een varkenshouder stelt schade te hebben geleden door een onrechtmatige daad van een Ierse producent van anticonceptiepillen.

Artikel 6:101 lid 1 Burgerlijk Wetboek vermeldt een causaliteitsafweging en geeft de mogelijkheid om een billijkheidscorrectie toe te passen. In ‘mensentaal’ hebben we het dan over eigen schuld en -als dat leidt tot een onredelijke uitkomst- is dat te corrigeren met redelijkheid en billijkheid.

Schuldverdeling, redelijkheid en billijkheid

Wat was er aan de hand? Een afvalproduct van de producent was via omwegen terecht gekomen in voer voor varkens. Vast is komen te staan dat de producent niet handelde volgens de voorschriften. De verontreiniging was een hormoon gerelateerd aan anticonceptie. Fokzeugen die ook dit voer kregen voorgeschoteld kregen daardoor vruchtbaarheidsproblemen. Maar ook zijn varkens die dit voer hebben gegeten ongeschikt voor menselijke consumptie en werden geruimd. Om deze redenen stelt een varkenshouder schade te hebben geleden en claimt een schadeloosstelling.

Aan de rechter wordt de vraag voorgelegd of de schade die is ontstaan bij de varkenshouder is toe te rekenen aan de producent van anticonceptiepillen dan wel er ook sprake is van eigen schuld.

Onrechtmatige daad en aansprakelijkheid

Het hof Den Haag oordeelt dat de producent onrechtmatig heeft gehandeld door de Europese richtlijnen over afvalverwerking te negeren.  Ook vindt het hof Den Haag dat de varkenshouder niet de vereiste zorgvuldigheid in acht nam. De varkenshouder heeft de afvalstof in de vorm van siroop, via een onbekende partij in tussenhandel, geaccepteerd en verwerkt in varkensvoer. Het was aan de varkenshouder om verder te onderzoeken wie zijn toeleverancier was en waar de siroop vandaan kwam. De varkenshouder heeft dat nagelaten.

Om deze reden komt 70% van de schade voor eigen rekening van de varkenshouder. Het hof verwijst hierbij naar artikel 6:101 BW. Alle omstandigheden in acht nemend waaronder de ernst van de verwijtbaarheid van de fouten en nalatigheid aan beiden zijden, meent het hof een behoorlijke eigen schuld te moeten toekennen en wordt de schade verdeeld over beide partijen.

Beide partijen kunnen zich niet vinden in de verdeling van aansprakelijkheid en gaan in cassatie. Primair stelt de varkenshouder dat de toegepaste maatstaf van 6:101 BW onvoldoende is uitgelegd. In het arrest van het hof Den Haag ontbreekt een duidelijke causaliteitsafweging, of een billijkheidcorrectie is toegepast en op welke wijze rekening is gehouden met de gemaakte fouten en overige omstandigheden zoals genoemd in het wetsartikel.

Hoewel de advocaat – generaal de mening deelt van de advocaten die in cassatie gaan, oordeelt de Hoge Raad anders. De Hoge Raad is van mening dat het hof de op grond van artikel 6:101 BW toe te passen causaliteitsafweging heeft verricht en ook de billijkheidscorrectie toepaste. Dit moet worden gezien in het licht van wat partijen ter zitting hebben aangevoerd. De schuldverdeling en de vermindering van de vergoedingsplicht acht de Hoge Raad voldoende gemotiveerd. In cassatie blijft het arrest van het hof Den Haag in stand zodat de varkenshouder 70% van de gestelde schade zelf moet dragen en voor 30% een schadevergoeding ontvangt van de producent.

Advies over aansprakelijkheid van een advocaat in Nijmegen

Wordt u zelf aansprakelijk gehouden of wilt u iemand aansprakelijk stellen. Vraag advies van een advocaat in Nijmegen over aansprakelijkheid en schadevergoeding, bel (024) 388 66 80.

    Uw naam (verplicht)

    Uw telefoonnummer

    Uw e-mailadres

    Onderwerp

    Je bericht

    Artikel: 6-7-2021 Causaliteitsafweging en billijkheidscorrectie
    Bron: Hoge Raad 16 oktober 2020, ECLI:NL:HR:2020:1628